Hyperinflatie

Wat is hyperinflatie?

Hyperinflatie is een extreem snelle en onbeheersbare stijging van het prijspeil, waarbij de inflatie meer dan 50% per maand bedraagt. Dit heeft een verwoestend effect op de koopkracht van geld en de economie van een land. Goederen en diensten worden onbetaalbaar, wat kan leiden tot grote sociale en economische problemen. De voornaamste oorzaak is vaak het op grote schaal bijdrukken van geld door de overheid, bijvoorbeeld om schulden te financieren.

Historische voorbeelden van hyperinflatie

Duitsland (1921-1923): Na de Eerste Wereldoorlog moest Duitsland enorme herstelbetalingen doen. Om dit te financieren, liet de overheid onbeperkt geld bijdrukken. Dit leidde tot een extreme prijsstijging van alledaagse producten. In november 1923 kostte een kilo brood meer dan 200 miljard mark, waardoor geld letterlijk zijn waarde verloor.

Zimbabwe (2004-2009): Door politiek wanbeleid en een teruglopende landbouwproductie, gaf de regering van Zimbabwe massaal nieuw geld uit om de begrotingstekorten te dichten. Op het hoogtepunt verdubbelden de prijzen bijna dagelijks, met een inflatie die de 98% per dag kon bereiken.

Venezuela (2014-heden): Na een daling van de olieprijs, de belangrijkste inkomstenbron van het land, besloot de overheid geld bij te drukken om de tekorten op te vangen. Dit resulteerde in een hyperinflatie van maar liefst 65.000% in 2018, wat leidde tot een tekort aan essentiële goederen en massale migratie.

Hoe te handelen in tijden van hyperinflatie?

Wanneer een land te maken krijgt met hyperinflatie, zoeken burgers en beleggers vaak naar manieren om hun vermogen te beschermen. Hierbij worden vaak buitenlandse valuta zoals de Amerikaanse dollar of de euro gebruikt, omdat deze hun waarde behouden. Ook edelmetalen zoals goud en zilver worden gezien als een veilige haven, net als het beleggen in buitenlandse aandelen die niet gekoppeld zijn aan de lokale munteenheid.